Van 31 december 2001 tot 22 januari 2002 waren EDF-agenten in Saint-Martin in staking, de beweging had geleid tot talrijke stroomonderbrekingen. Handelaren en hoteliers hadden geklaagd en waren van mening dat de staking gevolgen had voor hun activiteiten en hun omzet.
Vierentwintig van hen hadden de president van de Rekenkamer om een deskundig advies gevraagd om hun financiële schade te kwantificeren. In mei 2005 werd een deskundige aangesteld en gerapporteerd.
In februari 2010 heeft de regionale rechtbank van Basse-Terre de vorderingen van vier van de eisers (Bord, Spirit One, Horizon Privilège en Panoramic Privilège) afgewezen en die van de twintig anderen ontvangen. Hij veroordeelde gezamenlijk de vennootschap EDF en haar verzekeraar (AXA) tot vergoeding van hun materiële schade slechts voor een totaalbedrag van 335 euro als volgt: 930 euro aan de firma Gestion Resto Plus-GRP, 46 euro aan de Caribbean Pharmacy, 077 euro bij La Papeterie des Îles du Nord, 4 euro bij Rungis Direct, 583 euro bij een kaakchirurg, 15 euro bij Privilège Resort Spa, 307 euro bij Alizea, 19 euro bij Green Cay Village Beheer, 194 euro voor Scico Investissements Captain Oliver, 15 euro voor SGABI Simpson, 015 euro voor Beach Plaza, 32 euro voor Alpes Antilles, 271 euro voor Immopar Antilles, 3 euro voor AD Investissements, 539 euro voor Grand Case Beach Club Management, 11 euro bij Cap Caraïbes Resort, 580 euro bij Esmeralda Resort, 4 euro bij Samanna, 465 euro bij Nettle Bay beach Club Sarl en 43 euro bij Sindextour.
De rechtbank beval ook een deskundig advies en werd aangesteld om het te laten uitvoeren door een registeraccountant bij het Hof van Cassatie met consignatie op kosten van de onderneming EDF, het deskundigenrapport werd op 30 maart 2015 bezorgd.
In 2016 en 2017 is de voorzieningenrechter in beslag genomen. Een nieuwe hoorzitting (status) was gepland op 27 april 2017 en op 5 oktober 2017 werd een nieuw vonnis uitgesproken door het tribunal de grande instance van Basse-Terre. Deze keer verklaarde de rechtbank de vorderingen tot schadevergoeding van de vennootschappen Alizea, Green Cay Village Management, Beach Plaza, Resto Plus en La Papeterie des îles du Nord evenals die van Spirite one en Panoramic Privilege niet-ontvankelijk. Hij ontsloeg de bedrijven Rungis Direct, de kaakchirurg, Horizon Privilege, de investeringsmaatschappij van Captain Oliver, de Beach Plaza, Alpes Antilles, CDE, Ad Investissements, Cap Caraïbes Resort en Sindextour omdat hun vorderingen tot vergoeding van hun de operationele verliezen waren ongegrond.
Aan de andere kant accepteerde de TGI van Basse-Terre de verzoeken van de apotheek, Privilege Resort, SGABY Simpson, Immopar Antilles, de Grand Case Beach Club, het Esmeralada Resort, de Nettle Beay Beach Club Sarl en die van Buildinvest (wat het onderwerp was van een disjunctie). EDF wordt veroordeeld tot betaling van in totaal 492 euro aan 206 euro aan Buildinvest, 390 euro aan de apotheek, 900 euro aan SGABI Simpson, 6 euro aan Immopar Antilles, 600 euro aan de Grand Case Beach Club, 22 euro aan Esmeralda Resort, 067 euro in La Samanna en 20 euro in Nettle Bay Beach Club Sarl.
EDF is in beroep gegaan tegen het arrest. De zaak werd daarom op 4 november 2019 opnieuw onderzocht door het hof van beroep van Basse-Terre.
EDF heeft verzocht om nietigverklaring van de beslissing betreffende Nettle Bay Beach Club Sarl, aangezien de onderneming sinds 2004 lijkt te zijn gesloten; het hof van beroep heeft aldus om scheiding verzocht en het verzoek tot intrekking zal op een andere hoorzitting worden behandeld.
In zijn beslissing van 20 januari bevestigde het Hof van Beroep van Basse-Terre ook het arrest van 5 oktober 2017, d.w.z. een vergoeding door EDF voor eisers voor een totaalbedrag van 481 euro (Sualigapost.com).
Geen reacties